Besluit mandaat voorzitter Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies

Geldend van 20-12-2022 t/m heden

Intitulé

Besluit mandaat voorzitter Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies

Het Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies;

Gelet op

de Wet gemeenschappelijke regelingen, in het bijzonder artikel 46d;

de Gemeenschappelijke regeling siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies, in het bijzonder artikel 6, vierde lid;

de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder de afdeling 10.1.1. en de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, in het bijzonder boek 3.

Overwegende dat

het Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies verantwoordelijk is voor de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de UNESCO-status van de werelderfgoedsite die bestaat uit de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie, samen aangeduid als Hollandse Waterlinies;

de voorzitter aangewezen is namens het bestuur van het Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies te handelen;

om die reden de voorzitter daartoe mandaat, volmacht en machtiging behoeft;

besluit vast te stellen

Besluit mandaat voorzitter Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies.

ARTIKEL 1: BEGRIPSBEPALINGEN

Op dit reglement is artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies overeenkomstig van toepassing.

ARTIKEL 2: MANDAATVERLENING ORGAAN

  • 1. Aan de voorzitter wordt volmacht en machtiging verleend om het orgaan in en buiten rechte, in woord en in schrift te vertegenwoordigen bij rechtshandelingen en feitelijke handelingen om uitvoering te kunnen geven aan al hetgeen dat nodig is voor de volgende taken van het orgaan:

    • a.

      de benodigde afstemming en communicatie verzorgen tussen alle publieke en private partijen betrokken bij de werelderfgoedsite,

    • b.

      het stimuleren en controleren van de bescherming en het behoud van de werelderfgoedsite Hollandse Waterlinies als geheel, met het oog op het behoud en de langdurige adequate bescherming van de Outstanding Universal Value;

    • c.

      het opstellen en actualiseren van het managementplan van het werelderfgoed;

    • d.

      de realisatie van het managementplan conform de cyclus: plannen, implementeren en uitvoeren, monitoring, evalueren en bijsturen;

    • e.

      de verantwoording naar het Rijk over zaken die rondom het werelderfgoed spelen (omdat het orgaan het eerste aanspreekpunt is);

    • f.

      het nakomen van de rapportageverplichtingen naar UNESCO, bijvoorbeeld dezogenoemde ‘state of conservation-reports’ en de periodieke rapportage;

    • g.

      het ondersteunen en faciliteren voor het samen met alle betrokken partijen beschikbaar krijgen van voldoende middelen voor de uitvoering van de managementmaatregelen;

    • h.

      het bevorderen van visievorming ten behoeve van strategieën voor behoud en bescherming van de werelderfgoedsite en het hierin gezamenlijk opereren;

    • i.

      het stimuleren van de onderlinge kennisuitwisseling en aanwezigheid van expertise op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, zodat ontwikkelingen plaatsvinden met als uitgangspunt de Outstanding Universal Value en met inzet van kennis van het erfgoed en met ontwerpexpertise;

    • j.

      het tijdig identificeren van en reageren op bedreigingen en ontwikkelingen met een langdurige of blijvende impact op de Outstanding Universal Value van het werelderfgoed;

    • k.

      het versterken van het draagvlak, het verspreiden van kennis en het promoten van het werelderfgoed bij de betrokken overheden, stakeholders en in de samenleving, en

    • l.

      het optreden als eerste aanspreekpunt voor en het betrekken van nationale overheden voor kennis en advies bij de uitvoering van het managementplan.

  • 2. Hetgeen in dit besluit is bepaald ten aanzien van de voorzitter is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangend voorzitters, tenzij anders is bepaald.

ARTIKEL 3: KADERS MANDAAT

  • 1. De uitoefening van bevoegdheden in volmacht en machtiging, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de:

    • a.

      ter zake geldende instructies per geval of in algemene zin van het orgaan;

    • b.

      algemene kaders en richtsnoeren terzake vastgesteld door het orgaan;

    • c.

      de voor het orgaan geldende begroting overeenkomstig hoofdstuk 4 van de regeling.

  • 2. De bevoegdheid om beslissingen in volmacht of machtiging bij op krachtens dit besluit te nemen bevat niet beslissingen:

    • a.

      die de belangen van de gemandateerde of gevolmachtigde zelf raken,

    • b.

      waarbij de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaat, volmacht of machtiging verzet;

    • c.

      die de uitoefening van een hardheidsclausule inhouden; en

    • d.

      op bezwaarschriften en beroepschriften.

ARTIKEL 4: GELDIGHEIDSDUUR

Dit besluit geldt voor onbeperkte tijd. Dit besluit vervalt van rechtswege indien de regeling haar geldigheid verliest dan wel hoofdstuk 2 of 3 van de regeling wordt gewijzigd.

ARTIKEL 5: CITEERTITEL

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit mandaat voorzitter Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies.

Ondertekening

Aldus besloten op 24 maart 2022

Het Gemeenschappelijk orgaan siteholderschap werelderfgoed Hollandse Waterlinies

Zita Pels

De voorzitter

Mieke Verhees

De secretaris